Keuzedeel Internationaal I: Overbruggen culturele diversiteit semester 4


Opleiding 
Maatschappelijke Zorg 
Locatie 
Nader te bepalen 
Crebo 
AMGGZ 25474
PBGZ 25477
PBSD 25478
TB 25479

Cohort 
2017-2020 
Schooljaar
2018-2019 
Semester 
3 en 4


Inleiding

In het keuzedeel Overbruggen interculturele diversiteit wordt uitgelegd wat cultuur is en hoe cultuurverschillen van invloed zijn op de communicatie tussen mensen.

In Nederland wonen mensen met een verschillende culturele achtergrond. De meesten van de zeventien miljoen inwoners zijn in Nederland geboren. Zo’n 900.000 mensen zijn vanuit een andere cultuur naar Nederland gekomen. Daarnaast zijn er ruim een miljoen Nederlanders met een dubbele nationaliteit: zij hebben twee paspoorten.

Kennis van andere culturen is wenselijk wanneer je woont in een land waar mensen uit verschillende culturen naast elkaar leven. Om goed met elkaar te kunnen samenwerken is het echter noodzakelijk iets te weten van andere culturen en zaken die een probleem kunnen vormen bij de onderlinge communicatie.

Hoe ziet jouw culturele identiteit eruit? Wat maakt jouw cultuur anders dan die van mensen die ergens anders geboren zijn? Op welke manier beïnvloeden culturen elkaar wanneer ze naast elkaar bestaan? En hoe spelen de verschillen een rol op de werkvloer, zowel in positieve als in negatieve zin? Hierover gaat dit keuzedeel.

Het keuzedeel Internationalisering 1: Overbruggen interculturele diversiteit bestaat uit drie leereenheden:

  1. Culturele verbindingen onderzoeken en maken
  2. Culturele sensitiviteit inzetten
  3. Omgaan met interculturele samenwerkingsverbanden.


Examen

Dit keuzedeel wordt afgesloten met het examen Onderzoeksverslag. Om aan het examen te kunnen deelnemen dienen alle opdrachten binnen de leereenheden te zijn behaald. 

Later in dit schooljaar 2018-2019 ontvang je alle documenten die nodig zijn om het examen te kunnen doen.


Kerntaken en werkprocessen van het keuzedeel

D1-K1: Zet interculturele sensitiviteit in.


D1-K1-W1 Onderzoekt eigen en andere culturen en legt verbindingen

Omschrijving 

De beginnend beroepsbeoefenaar onderzoekt zijn eigen referentiekader: hij gaat na wat zijn eigen cultuur kenmerkt en wat dat voor invloed heeft op de wijze hoe hij tegen zaken aankijkt, omgangsvormen en communicatiestijl. Hij kijkt ook wat andere culturen kenmerkt en onderzoekt de verschillen tussen zijn eigen cultuur en die van anderen. Wanneer nodig brengt hij onder woorden wat zijn bevindingen zijn en gebruikt deze bij het verklaren van verschillen tussen mensen.


Resultaat 

De beginnend beroepsbeoefenaar is zich bewust van zijn eigen cultuur en de invloed daarvan op zijn denken en handelen. De beginnend beroepsbeoefenaar ziet verschillen tussen culturen.


Competenties

Onderzoeken, Omgaan met verandering en aanpassen, Ethisch en integer handelen.


D1-K1-W2 Zet eigen culturele sensitiviteit in

Omschrijving

De beginnend beroepsbeoefenaar bemerkt in contacten met anderen de invloed van verschillende culturele achtergronden. Hij stelt de ander vragen over zijn cultuur en drijfveren en vertelt over zijn eigen cultuur. Hij probeert zaken vanuit het perspectief van de ander te bekijken en bepaalt in hoeverre hij zich in de ander kan en wil verplaatsen. Hij onderzoekt zijn eigen grenzen in hoeverre hij zich kan en wil aanpassen aan de ander. Hij verplaatst zich in een ander om de invloed van verschillen tussen elkaar te duiden en een plaats te geven.


Resultaat

Inzicht in zijn eigen culturele sensitiviteit.

Inzicht in eigen gedrag en dat van een ander.


Competenties

Samenwerken en overleggen, Omgaan met verandering en aanpassen, Ethisch en integer handelen.


D1-K2: Verbindt mensen met verschillende culturele achtergronden.


D1-K2-W1 Legt, onderhoudt en bouwt interculturele contacten uit

Omschrijving

De beginnend beroepsbeoefenaar bepaalt vooraf de doelstelling van het contact met een ander. Voorafgaand aan het gesprek onderzoekt hij de cultuur van de gesprekspartner of tast deze af in het gesprek. Ook achterhaalt hij wat de ander wil bereiken en wat zijn behoeften zijn. Hij codeert verbale en non-verbale informatie en past zo nodig zijn taal/gedrag/omgangsvormen aan de (sociale en culturele) situatie aan. Hij vraagt zaken na of zaken goed zijn overgekomen en reflecteert op de wijze van contact met de ander. Wanneer hij hier knelpunten bij ondervindt, bespreekt hij dit met een ander.


Resultaat

In het contact is geanticipeerd op interculturele verschillen en deze zijn zo veel mogelijk overbrugd.


Competenties

Samenwerken en overleggen, Omgaan met verandering en aanpassen, Aandacht en begrip tonen, Relaties bouwen en netwerken.


D1-K2-W2 Maakt gebruik van interculturele samenwerkingsverbanden

Omschrijving

De beginnend beroepsbeoefenaar onderneemt activiteiten om een samenwerkingsverband te faciliteren. Hij onderhoudt op verschillende niveaus contacten, achterhaalt ieders belangen, brengt mensen met elkaar in contact en helpt hen bij het naar voren brengen van meningen. Waar nodig geeft hij instructie, geeft hij feedback of past een andere methode toe die beter bij de persoon/het samenwerkingsverband past. Hij onderhoudt tijdens de samenwerking informeel en formeel contact met het team, toont belangstelling in het team en brengt zaken ter sprake die de samenwerking ten goede komt. Verder onderkent en analyseert hij problemen binnen de samenwerking en lost deze op. Hij werkt samen in verschillende situaties.


Resultaat

In het contact is geanticipeerd op interculturele verschillen en deze zijn zo veel mogelijk overbrugd en op constructieve wijze gehanteerd.


Competenties

Samenwerken en overleggen, Omgaan met verandering en aanpassen, Aandacht en begrip tonen, Relaties bouwen en netwerken.

 

Gedrag
D1-K1-W1
De student verzamelt actief informatie over de kenmerken (gebruiken, omgangsvormen, etc.) van diverse culturen
De student benoemt zonder waardeoordeel verschillen en overeenkomsten  tussen culturen
De student betrekt kennis van culturele verschillen bij zijn eigen oordeelsvorming
D1-K1-W2
De student toont interesse in de cultuur en drijfveren van een ander
De student houdt in de omgang met de ander rekening met culturele verschillen
De student gaat na welke invloed zijn gedrag heeft op een ander
De student geeft niet te snel een oordeel over een ander
De student stelt oordeelsvorming uit om de eigen cultuur en die van anderen open te benaderen
De student probeert te begrijpen hoe andere mensen denken en zich voelen in verschillende situaties
De student gaat integer om met gevoelens, wensen en denkwijzen van anderen (zonder daarbij eigen grenzen te overschrijden)
D1-K2-W1
De student herkent de impact van de interculturele component en anticipeert hierop
De student reflecteert op de wijze hoe hij de ander tegemoet treedt, in hoeverre dat cultureel bepaald is en wat hij nodig heeft om beter om te gaan met de ander
De student bepaalt actief hoe hij zich het beste kan gedragen naar de ander toe: hij pikt signalen van de ander op, hij erkent de cultuurverschillen en hij verplaatst zich in de ander (of bekijkt het vanuit het standpunt van de ander)
De student stemt zijn communicatie en gedrag af op de ander door rekening te houden met de verschillende culturele achtergronden
De student past zich aan verschillende situaties aan zonder eigen grenzen te overschrijden: hanteert begrip van culturele verschillen, het opbouwen van relaties en verenigen van verschillende behoeften om effectief te communiceren en samen te werken in verschillende verbanden
De student zet zich in om informatie te verwerven en te geven, vragen te stellen en de informatie te vertalen naar zijn eigen situatie en organisatie
D1-K2-W2
De student houdt rekening met de verschillen in cultuur en het daaruit voortvloeiende verschil in omgaan met situaties en onderlinge verhoudingen
De student bekijkt vragen of problemen vanuit het standpunt van de ander (met inachtneming van culturele achtergrond)
De student onderkent en analyseert problemen binnen de samenwerking en lost deze op planmatige en creatieve wijze op
De student toont zich bewust van de culturele diversiteit in het team en het effect daarvan op samenwerking en weet deze diversiteit te benutten
De student let in de verschillende werksituaties op (de invloed van) cultuuraspecten en respecteert cultuurverschillen


Vakkennis en vaardigheden

  • De student bezit kennis van de rol van cultuur in handelen van mensen
  • De student bezit kennis van het begrip cultuur en cultuurelementen (taal, waarden en normen, symbolen, rituelen en helden)
  • De student bezit kennis van omgangsvormen (kleding, uiterlijk, omgang, algemene regels, verwachtingen, etc.)
  • De student kan cultuurelementen in interactie herkennen
  • De student kan vraagvormen toepassen
  • De student kan het begrip culturele sensitiviteit toelichten
  • De student kan gedrag van zichzelf en de ander benoemen
  • De student kan differentiëren in vraagvormen
  • De student kan zonder waardeoordeel gedrag vaststellen
  • De student kan vooroordelen bespreekbaar maken
  • De student kan dilemma’s op het gebied van intercultureel contact benoemen
  • De student bezit kennis van verschillende communicatiestijlen
  • De student kan feedbackregels in een internationale context hanteren
  • De student kan cultuurelementen in interactie herkennen
  • De student kan verbale en non-verbale communicatie in een internationale context interpreteren en herkennen
  • De student kan eigen grenzen bepalen en aangeven
  • De student kan omgaan met verschillende gesprekssituaties
  • De student kan gedrag van zichzelf en de ander benoemen


Beoordeling

 In semester 3 kun je 2 studiepunten behalen voor het Keuzedeel Internationaal Overbruggen Interculturele Diversiteit. In semester 4 kun je 3 studiepunten behalen voor het Keuzedeel Internationaal Overbruggen Interculturele Diversiteit. Leereenheid 1 sluit je in semester 3 af, waarna je je in semester 4 richt op leereenheid 2 en 3.

Alle opdrachten dienen te worden afgesloten met een voldoende om de studiepunten toe te kennen. De overige opdrachten (te vinden op de aftekenlijst) dienen te zijn voldaan als voorwaarde om het studiepunt te kunnen toekennen en zo het semester te kunnen behalen.


Semester 3

Opdrachten
SW
Beoordeling
Cesuur
Studiepunten
Vlog
4
Cijfer
Minimaal 5,5
0,5
Mindmap
6
Cijfer
Minimaal 5,5
0,5
Interview
9
Cijfer
Minimaal 5,5
0,5
Digitale collage
13
Cijfer
Minimaal 5,5
0,5


Aftekenlijst


Semester 4

In semester 4 kun je 3 studiepunten behalen voor het Keuzedeel Internationaal  Overbruggen Interculturele Diversiteit.  Leereenheid 1 sluit je in semester 3 af, waarna je in semester 4 je richt op leereenheid 2 en 3. Op onderstaande opdrachten wordt je beoordeeld met een cijfer. De overige opdrachten dienen te zijn voldaan als voorwaarde om het studiepunt te kunnen toekennen.

Opdrachten
SW
Beoordeling
Weging
Studiepunten
Kennistoets
4
Cijfer

Minimaal 5,5

0,5
Opdracht Groot Multicultureel Interview
5
Cijfer

Minimaal 5,5

0,5
Ingevulde reflector
5
Cijfer

Minimaal 5,5

0,5
Evaluatieverslag multicultureel feest
10
Cijfer

Minimaal 5,5

1
Opdracht Samenvatting culturele verhalen
14
Cijfer

Minimaal 5,5

0,5


Bronnen en materialen

Edu-actief: Internationaal I: Overbruggen interculturele diversiteit.

www.24boost.nl; zie bovenstaand boek voor de instructie ‘Account aanmaken’ op bladzijde 5 t/m 7.

In de lesplanner zie je dikgedrukt Site en Video staan. Hiermee wordt verwezen naar www.24boost.nl

Waar Boek en Theorie staat wordt verwezen naar het boek van Edu-actief.


Lesplanner


Naar boven
/var/www/mzprofiel-albeda.learningmatters.nl