Regie
|
Opleiding
|
Maatschappelijk Zorg
|
|
Locatie
|
ALX, BBL, KJW, RSS, SLP, TBL
|
|
Crebo
|
AMGGZ 25474
BGZ 25475 BSD 25476 PBGZ 25477 PBSD 25478 TB 25479 |
|
Cohort
|
2016-2019 en 2017-2020
|
|
Schooljaar
|
2017-2018 en 2018-2019
|
|
Semester
|
4
|
Inleiding
Als je als professional aan het werk gaat in de praktijk zal je je moeten verantwoorden voor de wijze waarop je de cliënt hebt ondersteund bij het voeren van de regie. Niet alleen ten opzichte van de cliënt en zijn naastbetrokkenen, maar ook tegenover collega’s. Het is de bedoeling dat je een begeleidingsmethodiek kunt inzetten die de regie van de cliënt versterkt.
Op school ga je hiermee oefenen door een verantwoordingsgesprek voor te bereiden. Je maakt hiervoor een gespreksplan.
Om het verantwoordingsgesprek goed te kunnen uitvoeren, ga je je de komende weken in een aantal zaken verdiepen naar aanleiding van een casus. Je gaat filmpjes met opdrachten bekijken, je gaat stukken lezen en samenvatten, je haalt informatie van websites, enz. Al deze bronnen geven jou de input om het gesprek met je collega’s op de juiste wijze in te gaan en draagvlak te creëren voor jouw aanpak.
Dat betekent zelfwerkzaamheid, nieuwsgierigheid, inzet en een onderzoekende geest van jouw kant. Dat moet ook wel, want zo leer je hoe je (ook in vergelijkbare) situaties zaken aanpakt.
Plaats in de opleiding
Dit vak bouwt voort op de volgende vakken:
- Communicatie
- Ondersteuningsplan
Dit vak bereidt de student voor op de volgende examens:
| AMGGZ
|
P4-K1-W2: Ondersteunt en stimuleert eigen herstel van de cliënt
|
| BGZ
|
P1-K1-W2: Ondersteunt, informeert en adviseert de cliënt en naastbetrokkenen bij het behouden en stimuleren van de ontwikkeling
|
| BSD
|
P2-K1-W3: Ondersteunt de cliënt gericht op zelfmanagement en/of maatschappelijke participatie
|
| PBGZ
|
P3-K1-W2: Ondersteunt cliënt/naastbetrokkenen bij het voeren van de regie
|
| PBSD
|
P6-K1-W2: Begeleidt de cliënt bij het versterken van de eigen kracht
|
| TB
|
P5-K1-W2: Biedt psychosociale ondersteuning
P5-K1-W3: Ondersteunt de cliënt bij het voeren van de regie over zijn leven |
Leerdoelen
| 1
|
Je kan een omschrijving geven van wat regie over het eigen leven inhoudt
|
| 2
|
Je kunt omschrijven hoe regie kan worden gevoerd op de gebieden persoonlijke verzorging / wonen en huishouden / dagbesteding, vrije tijd en scholing
|
| 3
|
Je kunt de relatie uitleggen tussen kwaliteit van bestaan en regie over eigen leven
|
| 4
|
Je kunt toelichten welke invloed de mate van autonomie en stuurkracht hebben op de regie van een cliënt
|
| 5
|
Je kunt het begrip formele regie definiëren
|
| 6
|
Je kunt situaties aangeven waarin er grenzen zijn aan het voeren van eigen regie ->
|
| 7
|
AM GGZ: je geeft specifiek aan wat risicofactoren zijn t.a.v. het voeren van eigen regie door psychische en psychiatrische ziektes en stoornissen, verslaving en binnen de forensische zorg
|
| 8
|
Je kunt de begrippen draagkracht en draaglast definiëren
|
| 9
|
Je maakt een inventarisatie van draagkracht en draaglast
|
| 10
|
Je geeft aan wat risicofactoren zijn voor overbelasting
|
| 11
|
TB: je benoemt situaties waarin psychosociale ondersteuning geboden wordt
|
| 12
|
TB: je kunt benoemen wat kenmerken zijn van complexe situaties
|
| 13
|
TB: je beschrijft het proces van opbouw van vertrouwensrelatie
|
| 14
|
TB: je kan gesprekstechnieken benoemen die ingezet worden bij inzichtgevende gesprekken
|
| 15
|
Je onderbouwt welke methodiek past bij welke doelgroep
|
| 16
|
Je zet een praktische toepassing van een methodiek in
|
| 17
|
Je kan deskundigen benoemen die je inzet ten behoeve van ondersteuning bij het voeren van de eigen regie
|
| 18
|
Je creëert draagvlak voor een methodiek / handelwijze
|
| 19
|
Je maakt begeleidings- en/of resultaatafspraken
|
| 20
|
Je benoemt de professionals met wie je samenwerkt binnen de ketenzorg
|
Studiebelasting
3 lesuren gedurende 10 weken
Opbouw lesplanner
De student maakt zelf een planning van de opdrachten. Wanneer de student welke opdracht uitvoert, beslist de student zelf. Na goedkeuring van de planning door de docent kan de student van start gaan met de opdrachten. Als een student de opdracht af heeft, kan hij/zij deze laten aftekenen bij de docent.
Deze opdrachten zijn bedoeld om de kennis van de student met betrekking tot regie op niveau te brengen. Deze opdrachten zijn een voorwaarde om te mogen starten met de tentamenopdracht.
De docent zal de student coachen, vragen beantwoorden, en voortgangsgesprekken voeren.
Tentamenopdracht
Beoordelingsvorm: product in de vorm van een gespreksplan.
Het gespreksplan is een schriftelijke voorbereiding voor een verantwoordingsgesprek met collega’s over de manier waarop je vindt dat jij en het team in bepaalde situaties dienen te handelen.
Ter voorbereiding op je tentamenopdracht maak je een aantal opdrachten. Nadat je de opdrachten hebt gemaakt, laat je deze aftekenen door je docent.
Om de studiepunten voor dit vak te behalen, dienen alle opdrachten afgetekend te zijn en dient je tentamenopdracht met een voldoende afgerond te zijn.
Als je dit vak hebt afgesloten, ontvang je van je LOB’er het startbewijs voor het profielexamen volgens onderstaand schema. Indien in de rechterkolom andere vakken vermeld staan, dienen ook deze vakken behaald te zijn om het startbewijs te verkrijgen.
| Crebo |
Profielexamen |
|
| BSD
|
K1-W3
|
|
| BGZ |
K1-W2 |
Participatie en Sociaal netwerk
|
| PBGZ
|
K1-W2
|
|
| PBSD
|
K1-W2
|
|
| TB
|
K1-W2 en K1-W3
|
|
| AMGGZ
|
K1-W2
|
Participatie
|
Beoordelingsformulier
Niveau 3
Klik op onderstaande link om het betreffende document te openen.
https://mzprofiel-albeda.learningmatters.nl/storage/app/media/Regie/Beoordelingsformulier%20niveau%203.docx
Niveau 4
Klik op onderstaande link om het betreffende document te openen.
https://mzprofiel-albeda.learningmatters.nl/storage/app/media/Regie/Beoordelingsformulier%20niveau%204.docx
Bronnen en materialen
Thieme Meulenhoff Traject Welzijn Dagbesteding MZ