Opdrachten

Opdrachten	Leerdoel
Opdracht 1
Opdracht 2
Opdracht 3	1 2 3 4	Je kan een omschrijving geven van wat regie over het eigen leven inhoudt Je kunt omschrijven hoe regie kan worden gevoerd op de gebieden persoonlijke verzorging / wonen en huishouden / dagbesteding, vrije tijd en scholing Je kunt de relatie uitleggen tussen kwaliteit van bestaan en regie over eigen leven Je kunt toelichten welke invloed de mate van autonomie en stuurkracht hebben op de regie van een cliënt
Opdracht 4: AMGGZ	5 6 7	Je kunt het begrip formele regie definiëren Je kunt situaties aangeven waarin er grenzen zijn aan het voeren van eigen regie AM GGZ: je geeft specifiek aan wat risicofactoren zijn t.a.v. het voeren van eigen regie door psychische en psychiatrische ziektes en stoornissen, verslaving en binnen de forensische zorg
Opdracht 5	8 9 10	Je kunt de begrippen draagkracht en draaglast definiëren Je maakt een inventarisatie van draagkracht en draaglast Je geeft aan wat risicofactoren zijn voor overbelasting
Opdracht 6: TB	11 12 13 14	Je benoemt situaties waarin psychosociale ondersteuning geboden wordt Je kunt benoemen wat kenmerken zijn van complexe situaties Je beschrijft het proces van opbouw van vertrouwensrelatie Je kan gesprekstechnieken benoemen die ingezet worden bij inzichtgevende gesprekken
Opdracht 7	15 16	Je onderbouwt welke methodiek past bij welke doelgroep Je zet een praktische toepassing van een methodiek in
Opdracht 8	15	Je onderbouwt welke methodiek past bij welke doelgroep
Opdracht 9	18	Je creëert draagvlak voor een methodiek / handelwijze
Opdracht 10	19	Je maakt begeleidings- en/of resultaatafspraken
Opdracht 11	17 20	Je kan deskundigen benoemen die je inzet ten behoeve van ondersteuning bij het voeren van de eigen regie Je maakt begeleidings- en/of resultaatafspraken
Opdracht 12		Verdiepende opdracht: regie Kees Momma
Opdracht week 9

Link naar de opdrachten

Naar boven