OOTT-model
Bestudeer in het hoofdstuk Begeleiden van collega’s en stagiairs (in sommige boeken Deskundigheidsbevordering en begeleiden van collega’s genoemd), de theorie over het OOTT-model.
Verwerk het OOTT-model in je begeleiding van de student. Gebruik hierbij de volgende vragen:
Oriëntatie
- Wat is het concrete doel van de aan te leren vaardigheid?
- Welke achtergrondkennis heb jij en de student nodig?
- Uit welke deelvaardigheden bestaat de vaardigheid?
- Hoe laat je een voorbeeld zien? Hoe demonstreer je het?
Oefenen
- Hoe laat je de student de demonstratie imiteren?
- Bedenk hoe je de student de deelhandelingen laat oefenen? Bedenk hoe je de student de samenhang tussen de deelhandelingen, de snelheid en de automatisering gaat aanleren.
Toepassen
- Bedenk in welke situatie je de student de geoefende vaardigheid laat toepassen.
- Op welk moment kun je de student hierop feedback geven.
Transfer
- Bedenk in welke andere situatie de student de geleerde vaardigheid kan toepassen.