15. Organiseer en begeleid een groepsactiviteit
- Stel groepjes samen van drie tot maximaal vier personen (in geval van kleine klassen alleen of in 2-tal).
- Ontwikkel een activiteitenprogramma voor een door jullie gekozen doelgroep.
- Het activiteitenprogramma moet voldoen aan de volgende criteria:
- Is vanuit een thema opgezet
- Bevat meerdere soorten activiteiten (handarbeid, sport en spel, muziek, drama)
- Beslaat een dagdeel (4 uur) met hier binnen meerdere korte activiteiten van variërend van 15 tot 45 minuten. Je neemt hierin ook eet- en drinkmomenten op
- Maak gebruik van het format activiteitenplan.
- Voer twee muzisch agogische activiteiten (totaal 45 minuten) van het themaprogramma uit zodanig dat ieder individueel beoordeeld kan worden op de volgende punten:
- Demonstreert en geeft instructie
- Gebruikt gereedschappen, materialen en/of middelen waarvoor ze bedoeld zijn
- Begeleid de groep in het zorgvuldig en netjes omgaan met gereedschappen, materialen en/of middelen
- Draagt bij aan een veilig groepsklimaat
- Geeft opbouwende feedback op gedrag van cliënten (onderling)
- Werkt aan de activiteit volgens het draaiboek (draaiboek Activiteit, draaiboek Voorbereiding)
- Heeft een aandeel in de evaluatie
- Vooraf stelt de docent vast welke student door een klasgenoot wordt beoordeeld aan de hand van het formulier. Elke student is minimaal 2 keer beoordelaar.
- Omdat het al dan niet slagen van activiteiten afhankelijk is van de aanwezigheid van klasgenoten, telt de eigen beoordeling pas als je aanwezig bent geweest op vijf van de overige presentatiedagen.
- Bespreek het activiteitenplan met de klas en verantwoord gemaakte keuzes (maximaal 15 minuten).
Beoordeling:
- Individueel beoordelingsformulier (wordt door docent en een klasgenoot ingevuld; per student dus twee formulieren).
- Student en docent overleggen over de gezamenlijke beoordeling.
- Per presentatie 15 minuten om tot een gezamenlijke beoordeling te komen.
- Per presentatie 15 minuten voor het geven van de feedback.
Voldoende: minimaal 7 x V + 1 x G (maximaal 1 O mag gecompenseerd worden met G)
O= niet waargenomen
V= waargenomen, maar kleine tekortkoming
G= waargenomen
| Naam student:
|
O |
V |
G |
Gedrag:
|
| Demonstreert en geeft instructie
|
|
|
|
|
| Gebruikt gereedschappen, materialen en/of middelen waarvoor ze bedoeld zijn
|
|
|
|
|
| Begeleid de groep in het zorgvuldig en netjes omgaan met gereedschappen, materialen en/of middelen
|
|
|
|
|
| Draagt bij aan een veilig groepsklimaat is
|
|
|
|
|
| Geeft opbouwende feedback op gedrag van cliënten (onderling)
|
|
|
|
|
| Werkt aan de activiteit volgens het draaiboek
|
|
|
|
|
| Heeft een aandeel in evaluatie
|
|
|
|
|
| Verantwoordt mondeling gemaakte keuzes
|
|
|
|
|
Klik hier om de Tabel te downloaden
Ben je niet aanwezig geweest bij de uitvoering, maar heb je wel een bijdrage geleverd aan het schrijven van het activiteitenplan? Dan kun je om studiepunten of startbewijs te verkrijgen een nog niet uitgevoerde activiteit uit het plan individueel met de klas uitvoeren.
Let erop dat er bij het examen geen beoordeling op O kan zijn. Gebruik déze beoordeling om jezelf te verbeteren.